Bonustijd
‘We zijn klaar om te sterven voor Jezus als het moet, de tijd die we hebben gekregen zien we als bonustijd’. Het was een zonnige, maar frisse ochtend. Een persoonlijk gesprek, staande gevoerd, ergens in een achtertuin. De opmerking werd haast als terloops gemaakt, maar kwam stevig binnen.
"De tijd die we hebben gekregen, zien we als bonustijd."
Ze hadden jarenlange vervolging gekend. Regelmatig waren ze met de dood bedreigd en soms waren ze daar niet ver vanaf. Vader, moeder, drie jonge kinderen. Van dichtbij werden ze beschoten, bleven door een wonder gespaard. Jaren moesten ze ondergedoken leven, vluchtend van plek naar plek, afhankelijk van andere christenen die op hun beurt hun eigen leven in de waagschaal stelden om hen verborgen te houden en voor korte tijd een relatief veilig onderdak te bieden. Soms moesten ze het dagenlang zonder eten en drinken stellen. Dit alles vanwege het feit dat ze christen waren geworden en Jezus waren gaan volgen.
‘Door Gods genade wisten we uiteindelijk in Europa te komen. Onze levens waren op dat moment niet langer acuut in gevaar en alles leek enigszins terug te keren naar normaal.’ De kinderen konden naar school, vader vond een baan. Ze kregen eigen woonruimte, konden zich zelfs een auto permitteren. Alles was aanwezig om een comfortabel leven te kunnen hebben.
Het stelde hen op geen enkel manier tevreden, het comfort bracht hen totaal geen geluk. Ze wisten dat ze iets moesten gaan doen voor hun vervolgde broers en zussen en voor anderen die hulp nodig hebben. Nu is de hele familie fulltime actief in een door hen opgerichte organisatie die alles doet om mensen in nood te helpen, zonder te kijken naar achtergrond, huidskleur of religie. Hun eigen comfort hebben ze opgegeven om er dag en nacht te kunnen zijn voor mannen, vrouwen en kinderen in nood. Ondanks de risico’s die hier voor henzelf aan vast zitten. Bonustijd. ‘Moeten we sterven voor Jezus, dan zijn we daar klaar voor’.
"Moeten we sterven voor Jezus, dan zijn we daar klaar voor."
Het raakte me enorm, daar in die achtertuin, op een gewone doordeweekse ochtend met een groep Nederlandse jongeren die een week met ons op pad waren. Later die dag bezochten we een van de centra waar de organisatie mee samenwerkt en waar vluchtelingen worden opgevangen. Mannen (jongens vaak nog), vrouwen en kleine kinderen. Allemaal met hun eigen persoonlijke verhaal en eigen achtergrond. Bijna allemaal hadden ze de gevaarlijke reis over zee gemaakt, waarbij soms hun vrienden of familieleden de reis niet hadden overleefd. Sommigen van hen met de meest vreselijke verhalen, al dan niet ondersteund met ronduit afschuwelijke beelden die ze ons lieten zien.
Met eigen ogen zagen we iets van wat dit gezin, zelf zoveel meegemaakt, nu voor anderen kan betekenen. En dat is veel, in verschillende landen, voor ouderen, jongeren, kinderen. Praktische hulp op verschillende manieren, maar altijd samen met de boodschap en de liefde van Jezus die ze zelf hebben leren kennen en waar ze hun eigen comfort voor hebben opgegeven.
Altijd met de boodschap en de liefde van Jezus.
De vraag die naar boven kwam: wat zijn we zelf bereid op te geven om Jezus te volgen en er voor anderen te zijn? Hoeveel waarde hechten wij aan ons comfort, onze veiligheid, relatieve zekerheid? De meeste van ons hebben niet zoiets heftigs mee hoeven maken als deze mensen. Ik hoop en bid dat dit zo zal blijven. Tegelijk maakt dit dat we wellicht erg aan ons comfortabele leven kunnen vastzitten. Soms misschien zelfs zonder uiteindelijk echt oog te hebben voor de nood van anderen.
Waar zijn wij toe bereid, hoever willen wij gaan in het volgen van Jezus, als het moet ten koste van eigen comfort? Hoe gaan wij met onze (bonus)tijd om? Vragen die - in elk geval bij ons - flink binnenkwamen en zijn blijven hangen.
(PS Meer weten over het werk van deze organisatie en hoe je mogelijk zou kunnen helpen? Neem dan contact met ons op voor meer informatie.)